Welkom in de Chaco, een bijzonder gebied dat bekendstaat om zijn extreme klimaat en natuurlijke landschappen. In dit artikel nemen we u mee op een reis en laten we zien hoe het weer in de Chaco de levens van de mensen daar beïnvloedt. We verkennen ook de rijke historie van deze regio, inclusief de oorlog die er heeft plaatsgevonden.
Waar ligt de Chaco regio?
De Chaco regio is gelegen in delen van Paraguay, Bolivia en Argentinië en staat bekend om zijn droge vlaktes en het warme klimaat. In Paraguay zit deze regio het grootste deel in het westen van het land, grenzend aan de oostkant door de Paraguay-rivier. Bolivia's deel van de Chaco ligt in het zuidoosten en in Argentinië zijn de provincies Chaco, Formosa, en delen van Santa Fe en Salta tot deze regio behoren. Deze regio staat bekend om zijn ruige terrein, dat varieert van dichte bossen en moerassen tot uitgestrekte savannes en halfwoestijnen.
In Paraguay neemt de Chaco regio ongeveer 60% van het land in, maar er wonen niet veel mensen. Dit komt door het hele zware weer en de natuur die moeilijk te bereiken is.
Hoe is het klimaat in de Chaco regio?
De Paraguayaanse Chaco is verdeeld in twee gebieden. De natte Chaco in het oosten, die relatief meer regenval en bosgebieden kent, en de droge Chaco in het westen, gekenmerkt door drogere condities en uitgestrekte vlaktes. Het klimaat in de Chaco kan extreem zijn, met hoge temperaturen overdag en koude nachten, vooral in de winter.
De Chaco-regio in Paraguay is niet alleen belangrijk voor de landbouw en veehouderij, maar heeft ook een rijke geschiedenis. Tijdens de Chaco-oorlog in de jaren 1930 vochten Bolivia en Paraguay om dit gebied. Later in dit artikel komen we terug op deze historische en huidige betekenis van de Chaco-regio.
Wat zijn de temperaturen in de Chaco regio?
In de droge Chaco, tijdens het ‘droge’ seizoen van mei tot oktober, kunnen de temperaturen overdag oplopen tot 30°C of hoger, terwijl de nachttemperaturen kunnen dalen tot ongeveer 10°C. Gedurende het regenseizoen, van november tot april, stijgen de temperaturen vaak boven de 35°C overdag, met nachttemperaturen die zelden onder de 20°C zakken. Deze extreme hitte, gecombineerd met droogte, maakt het leven en werken in de droge Chaco bijzonder uitdagend.
De natte Chaco ervaart iets mildere temperaturen dankzij de hogere luchtvochtigheid die voor wat verkoeling zorgt. Hoewel de temperaturen in het regenseizoen vergelijkbaar zijn met die in de droge Chaco, zorgt de toegenomen bewolking voor iets koelere omstandigheden. In het droge seizoen zijn de dagtemperaturen iets lager dan in de droge Chaco en de nachten koeler, soms dalend tot onder de 15°C.
Geschiedenis
De Chaco regio heeft een rijke geschiedenis vol verhalen. Hieronder duiken we dieper in de geschiedenis van inheemse volkeren, Spaanse kolonisten, en de Chaco Oorlog.
Geschiedenis van de Inheemse Volkeren in de Chaco-regio
De inheemse volkeren in de Chaco-regio, zoals de Guaraní, Wichí, Toba en Ayoreo, leven al duizenden jaren in deze regio. Voor de komst van Europese kolonisten leefden deze volkeren volgens hun eigen gebruiken, normen en waarden. Ze hadden diepgaande kennis van de natuur en ontwikkelden methoden om te overleven in het diverse ecosysteem van de Chaco.
Hun cultuur werd gekenmerkt door tradities, muziek, dans en kunst. Spirituele overtuigingen speelden een belangrijke rol, waarbij zij de natuur en vooroudergeesten vereerden. Gemeenschappen waren meestal georganiseerd in stammen of clans, met sterke familiebanden en een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid. Voor voedsel jaagden zij op wilde dieren, visten in rivieren en verzamelden vruchten en planten. Sommige groepen bedreven ook kleinschalige landbouw.
Spaanse Kolonisatie
Na de ontdekking van Amerika begonnen Spaanse ontdekkingsreizigers de Chaco-regio te verkennen. Aangetrokken door verhalen over goud en andere rijkdommen, gingen ze door het uitdagende landschap van dichte bossen en extreme temperaturen. Hoewel ze geen grote hoeveelheden edelmetalen vonden, zagen ze potentie in de natuurlijke hulpbronnen van het gebied.
De Spaanse kolonisatie had een diepgaande impact op de inheemse gemeenschappen, zoals de Guaraní, Wichí, Toba, Ayoreo, Nivaclé en Enxet. De Spanjaarden brachten nieuwe ziekten mee, zoals pokken en mazelen, waarvoor de inheemse bevolking geen immuniteit had. Dit leidde tot een drastische afname van hun populaties. Daarnaast werden ze geconfronteerd met landinname en culturele onderdrukking.
Katholieke missionarissen zoals de Jezuïeten zetten missies op in de Chaco-regio om de inheemse bevolking tot het christendom te bekeren. Ze bouwden dorpen waar ze de inheemse mensen Spaans en christelijke gebruiken leerden. Sommige groepen pasten zich aan, maar veel anderen verzetten zich, wat voor spanningen zorgde.
Tot op de dag van vandaag zijn er jezuïetenmissies te bewonderen. Wilt u meer weten over de geschiedenis van de jezuïeten en de inheemse bevolking? Klik hier en lees ons uitgebreide artikel over de Jezuïetenmissies.
Er ontstonden conflicten tussen de Spaanse kolonisten en de inheemse volkeren. Veel inheemse groepen boden actief verzet tegen de Spaanse pogingen om hun land en cultuur over te nemen. Dit resulteerde in gewelddadige confrontaties en langdurige spanningen in de regio. De Spanjaarden begonnen met de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de Chaco, waaronder ontbossing voor landbouw en veeteelt. Dit leidde tot schade aan het milieu en verlies van planten en dieren. Dit had ernstige gevolgen voor het traditionele leven van de inheemse gemeenschappen.
Chaco oorlog
De Chaco-oorlog, gevoerd tussen 1932 en 1935, was een conflict tussen Bolivia en Paraguay om de controle over de Gran Chaco, een uitgestrekt en grotendeels onontdekt gebied in Zuid-Amerika.
Aan het begin van de 20e eeuw claimden zowel Bolivia als Paraguay soevereiniteit over de Gran Chaco. Strategische overwegingen en economische motieven dreven deze claims. Voor Bolivia, een land zonder directe toegang tot de zee, bood de controle over de Chaco toegang tot de Paraguay-rivier en daarmee tot de Atlantische Oceaan. Bovendien werd vermoed dat het gebied rijk was aan olie, wat de economische belangen van beide naties versterkte en de spanningen verder deed oplopen.
Het conflict begon officieel in juni 1932 en kent zware gevechten onder extreem moeilijke omstandigheden. Soldaten aan beide zijden leden onder de erge hitte, watertekorten en het ruige terrein van de Chaco. Ondanks dat Bolivia over een groter en beter bewapend leger beschikte, behaalde Paraguay meerdere strategische overwinningen dankzij hun betere gebied beheersing en effectieve militaire tactieken. De oorlog eiste een zware tol, met naar schatting 100.000 doden, en liet diepe wonden achter in beide samenlevingen.
Na drie jaar vechten werd in 1935 een wapenstilstand bereikt, gevolgd door de ondertekening van de Vrede van Buenos Aires in 1938. Paraguay kreeg het grootste deel van de Gran Chaco toegewezen, terwijl Bolivia slechts een klein gedeelte behield. Beide landen stonden voor enorme economische lasten en sociale uitdagingen als gevolg van de oorlogsinspanningen.
Voor de inheemse bevolkingen van de regio, zoals de Guaraní, Wichí en Toba (Qom), was de impact bijzonder verwoestend. Velen raakten ongewild betrokken bij het conflict, wat leidde tot ontwrichting van hun gemeenschappen en verlies van traditionele leefgebieden. De oorlog versnelde de exploitatie van het gebied, wat resulteerde in grootschalige ontbossing en aantasting van ecosystemen waarvan de inheemse volkeren afhankelijk waren.